‘Hoekelum is ontmoetingsplaats voor platteland en stad’
Willem van Vliet, rentmeester Geldersch Landschap over het Concours Hippique Bennekom
‘De identiteit van de regio en het immaterieel erfgoed in het landelijk gebieden behouden, dat is wat mij beweegt. Hoekelum heeft die combinatie van cultuur en natuur.’ Aan het woord is Willem van Vliet, rentmeester van het Stichting Het Geldersch Landschap en Stichting Vrienden der Gelderse kastelen. Hij is inmiddels 26 jaar rentmeester bij de Stichtingen en de liefde voor zijn vak steekt hij niet onder stoelen of banken. Een interview met een bevlogen ambassadeur van het Concours Hippique, die als boerenzoon de liefde voor het paard al vroeg meekreeg.
Decor en ontmoetingsplaats
‘Het concours in Bennekom is me dierbaar. Het landgoed Hoekelum is een pareltje dat beschermd moet worden voor de komende generaties. Het dient een maatschappelijk belang, iedereen kan genieten van natuur en cultuur. Het concours is daarbij immaterieel erfgoed, waarbij de wortels in de paardenfokkerij van Gelderland liggen.’ Voor de rentmeester is Hoekelum decor èn ontmoetingsplaats. ‘Hier komen stad en platteland samen. Jong en oud, rijk en arm: het is de plek voor sociaal treffen. De moeder van prins Bernard kwam er, maar ook de Veluwse boer. Een traditie van inmiddels118 jaar! Als Geldersch Landschap & Kastelen zijn we blij dat we, door het evenement op het kasteelterrein te behouden, op deze manier blijvend bijdragen aan de samenleving.’
Traditie in ere gehouden
De verbintenis tussen het landgoed Hoekelum en het paardenevenement staat in een lange traditie. De familie Van Wassenaer droeg de oorspronkelijke plattelandsbevolking een warm hart toe. De wens van Mevrouw J.C. Idding, geboren J.C. Baronesse van Wassenaer Vrouwe van Hoekelum, was het dat het concours op de kasteelgrond behouden bleef. ‘Ze zat altijd bovenaan op de tribune. Daar kon ze alles zien en ze genoot. Toen ze overleed, heb ik door mijn functie ter nagedachtenis aan mevrouw Idding en ten behoeve van de gemeenschap overeenstemming bereikt om het terrein van Hoekelum “om niet” ter beschikking te blijven stellen. Ik denk met eerbied terug aan mevrouw en haar intenties om de gemeenschap ten dienst te zijn.’
Voor ieder wat wils
Van Vliet typeert het concours als een compleet dagje uit op een historisch landgoed waarbij voor ieder wat wils is. ‘Vroeger was het al een geliefd uitje en dat is het nu nog steeds. Dit concours zegt iets over de bakermat van de paardensport in Nederland, van hoe het ooit een rol speelde in ons leven en hoe het in Bennekom nog volop bruist. Kinderen kunnen op het terrein rondlopen en gratis ponyrijden en er worden verschillende disciplines beoefend. Het concours is erg laagdrempelig en zo hoort het ook.’
Stevig parcours op grasmat
De rentmeester roemt ook de veelzijdigheid van het concours, maar hij benadrukt het unieke karakter van het concours voor springruiters. ‘Hoekelum is voor springruiters een bijzondere uitdaging, want springen op een grasmat in combinatie met een stevig parcours is niet niks. Op gras een parcours afleggen is fantastisch, waar vind je dat nog!’ Bovendien is het een concours dat uitnodigend is voor zowel professionals als amateurs om aan deel te nemen. Zelf verheugt hij zich dit jaar op een hernieuwde rubriek bij het aangespannen rijden; die van de grote Hackneys.
Respect voor deelnemers
Van Vliet vraagt tot slot aandacht voor een bijzonder onderdeel van het concours; de prijs voor ‘het Schoonste geheel’. Hij legt uit dat het hierbij gaat om het verhogen van de kwaliteit van het aangespannen rijden door dames. ‘Waar de jury zoal naar kijkt?’ legt hij uit. ‘Past het paard voor het rijtuig en ligt het in evenwicht, waarbij een correcte optoming ook van belang is bij de beoordeling. Het gaat om een passende combinatie met als uitgangspunt om correct voor de dag te komen. Belangrijk is dat iedere deelnemer de aandacht krijgt die het verdient. Iedereen die naar Bennekom komt, steekt er zorg en tijd in en dat vraagt om waardering en respect. Voor mij staat deze prijs dan ook voor de decennialange traditie van Bennekom’, besluit de rentmeester zijn verhaal.